Onderstaande tekst is ook te lezen op:
www.hurdegaryp.nl - knop DORPSBELANGEN en vervolgens de knop Extra info lessenaars.
Foto: collectie Ids Westra
In 1835 wordt begonnen met de bouw van de nieuwe school met een predikantskamer ten behoeve van de Nederduitsch Hervormde Kerk te Hurdegaryp. De school krijgt 21 banken en lessenaars. Aannemer Sytse Alberts van der Werf, timmerman te Feanwâldsterwâl, bouwt de school voor ƒ 1.200.
In 1868 wordt de school voor ongeveer ƒ 2.800 vernieuwd en vergroot door de plaatselijke timmerman Berend de Leeuw. Het betreft hoofdzakelijk een vergroting van het gebouw in zuidelijke richting.
In augustus 1869 volgt grotendeels de afbraak en vervolgens de herbouw van de bijbehorende onderwijzerswoning. De herbouw, aan de Rijksstraatweg, wordt in 1870-1871 voor ƒ 1.099 uitgevoerd door aannemer H.E. Veenstra. De woning staat links op de voorgrond van bovenstaande foto.
De gemeente Tytsjerksteradiel krijgt omstreeks 1873 de school in erfpacht van de Nederlands Hervormde Kerk te Hurdegaryp. Dit om het openbaar onderwijs te stimuleren. In 1884 vindt verbouw en vergroting van de school plaats. De bestaande oost muur wordt afgebroken en het gebouw wordt voorzien van twee voorportalen. Aannemer is Roelof de Jong te Oentsjerk. Kosten ƒ 2.297.
Daarna wordt in plaats van de kerk, de gemeente Tytsjerksteradiel eigenaar van de school en onderwijzerswoning. Op 15 januari 1921 telt de school nog 101 leerlingen maar in 1922 wordt hij gesloten door de opening van de nieuwe, die ongeveer ƒ 40.000 heeft gekost.
School bouwjaar 1922 - foto collectie Ids Westra
De school uit 1922 wordt op 9 mei 1966 vervangen door de opening van weer een nieuwe school. Aan de Bodaanstraat wordt De Winninghe in gebruik genomen. Een vijfklassige lagere school. De school komt nog maar enkele leerlingen te kort voor een zesde leerkracht. Als die komt, zal de school moeten worden uitgebreid met een zesde lokaal. De school had dit lokaal graag gewild direct gewild. Het zou ook veel goedkoper zijn geweest. In 1968 wordt de school alsnog met een lokaal uitgebreid.
In 1976 wordt er een tweede openbare basis- annex kleuterschool aan de Fûgelweide geopend. Die krijgt de naam De Fûgelflecht. Die beide scholen worden echter eind 2010 afgebroken i.v.m. het onderbrengen van al het basisonderwijs in kindcentrum It Boulân. Op het schoolterrein staan nu eengezinswoningen.
Juf Jantje Bosgra en meester Gerrit Zijlstra*) zijn wel aanwezig bij de opening van De Winninghe maar ze zullen geen les meer in het schoolgebouw geven. Meester Zijlstra is vanaf 1 april 1934 hoofd van de oude school geweest. Zijn afscheid valt samen met de opening van de nieuwe school. 29 april was zijn laatste schooldag nadat hij op 6 april 65 jaar is geworden.
Juf Bosgra heeft het onderwijs aan de oude school gediend van 1 maart 1927 tot 30 november 1965. Voor haar is er in die school op 30 november 1965 een sober afscheid van de kinderen geweest. Om gezondheidsredenen verliet zij het onderwijs met vervroegd pensioen. Velen zullen zich haar strenge optreden nog herinneren. Reprimandes gingen veelal gepaard met een stevig knijpen in arm of oor.
Het oude schoolgebouw krijgt vanaf mei 1966 onder de naam De Wissel diverse functies. Onder andere buurthuis annex jeugdsoos en peuterspeelplaats. Van 1 december 2013 tot de afbraak in 2016, is er een kringloopwinkel in gevestigd.
De Wissel 2013: foto Harry J. van Borkulo
Naast een lagere school kende Hurdegaryp al sinds 1871 een Bewaarschool. Deze stond ± 50 meter naast de lagere school waar nu ongeveer De Hof staat. In 1960 werd de Bewaarschool vervangen door de nieuwe openbare kleuterschool De Springplank, aan de Bodaanstraat.
Op deze plaats bevindt zich nu het appartementencomplex It Pompeblêd.
Bewaarschool: foto: collectie Ids Westra
Al het basisonderwijs in Hurdegaryp is sinds oktober 2010, zij het nog gescheiden in openbaar en bijzonder onderwijs, gehuisvest in kindcentrum It Boulân.
Foto: Harry J. van Borkulo
*) Meester Gerrit Zijlstra en de schoolstrijd
Meester Zijlstra heeft diverse maatschappelijke functies vervuld. Hij is achttien jaar lang administrerend kerkvoogd van de Nederlands-hervormde gemeente geweest. Vanaf 1933 heeft hij meestal als secretaris-penningmeester in het bestuur van het Nutsdepartement gezeten. Verder heeft hij zich ook altijd erg ingespannen voor de Vereniging Volksonderwijs. Ook was hij een van de grote voorvechters voor een nieuwe kleuterschool. Tot 1959 heeft hij zangvereniging UDI als koordirigent geleid. Verder kwam hij hevig in verzet tegen de oprichting van een christelijke school in het dorp.
Schoolstrijd
Ook in Hurdegaryp wonen mensen met een verschillende religieuze achtergrond. En er zijn ook mensen die 'niks' zijn. Toch zitten in 1952 bijna alle kinderen uit het dorp bij elkaar op één lagere school. De openbare school van meester Zijlstra.
Maar verschillende hervormde en gereformeerde ouders vinden echter dat christelijke ouders hun kinderen naar een christelijke school moeten sturen. De kinderen van sommige ouders moeten daarom iedere dag een behoorlijk stuk lopen want de christelijke school staat in Tytsjerk. 's Zomers is een wandeling naar school nog wel leuk. Maar in de winter staat er vaak veel water op het zandpad of is het erg glad waardoor de kinderen niet op school kunnen komen. Er gaat ook een aantal kinderen naar christelijke scholen in andere naburige dorpen.
De ouders van al die kinderen besluiten dat er een christelijke school in het dorp moet komen. Bovendien vinden ze dat alle andere christelijke ouders hun kinderen van de openbare school zouden moeten halen om ze dan naar de nieuwe christelijke school te sturen.
Maar dan hebben ze buiten meester Zijlstra gerekend. Hij is ook kerkvoogd van de hervormde kerk in het dorp. Het bestuur van de Nederlands Hervormde Kerk in Hurdegaryp vindt wel dat christelijke ouders hun kinderen christelijk moeten opvoeden, maar ze vinden ook dat de openbare school er voor alle kinderen is.
Hierdoor ontstaat er in de beginjaren vijftig een hevige schoolstrijd. In het dorp bestaat een orthodoxe minderheidsgroep van hervormden, gereformeerden en christelijke gereformeerden, die een eigen christelijke lagere school wil oprichten, naast de al bestaande openbare school. Nadat de gemeenteraad met de oprichting van de bijzondere school op grond van de wettelijke regels akkoord is gegaan, hebben 46 inwoners van vrijzinnige huize bezwaar gemaakt. Ze gaan procederen, zelfs tot aan de Kroon toe. Tot de bezwaarmakers behoren ook meester Zijlstra en de hervormde predikant.
De met emoties geladen polemieken maken duidelijk wat er op het spel staat. Hoe staat de Nederlandse Hervormde Kerk tegenover het onderwijs en in het bijzonder tegenover het godsdienstonderwijs op de openbare lagere school? Kiest zij door de kerkenraad te steunen in zijn afwijzing van een te stichten christelijke school voor het openbaar onderwijs? Meester Zijlstra is er trots op dat de generale synode van de Nederlands Hervormde Kerk zich in 1952 op het standpunt stelt dat men zich neutraal moet opstellen ten opzichte van de schoolkeuze.
Om op basis van de Lager Onderwijswet voor een geldelijke vergoeding in aanmerkingen te kunnen komen zijn er, bij het stichten van de christelijk school, minimaal 50 leerlingen vereist. Maar van de 61 opgegeven kinderen voldoen de 9 kinderen die in Tytsjerk naar de christelijke school gaan niet. Dat geldt ook voor 5 andere kinderen die al meer dan een halfjaar elders naar een christelijke school gaan. Met het meerekenen van deze 14 kinderen gaat de Kroon niet akkoord. Hierdoor voldoet het benodigde aantal leerlingen niet aan de wettelijke eisen.
Er is in die tijd sprake van grote verdeeldheid in het dorp. Dit uit zich ook in de klandizie van de middenstand. Klanten gaan opeens alleen nog maar naar de gereformeerde bakker, slager of kruidenier omdat die voor de christelijke school zijn. Of ze gaan juist niet in het omgekeerde geval.
Ondanks al het strijdgewoel komt de christelijke school er uiteindelijk toch. Op 2 september 1954 vindt de officiële opening plaats.
Foto: collectie Ids Westra
De door architect Stiensma ontworpen christelijk-nationale school is een geheel witte halschool met twee lokalen van een charmante architectuur. Het gebouw is bestemd voor een kleine zeventig kinderen uit de dorpen Hurdegaryp, Ryptsjerk, Tytsjerk, Feanwâldsterwâl, Feanwâlden, Noardburgum en Burgum.
De opening wordt onder meer bijgewoond door tal van prominente personen uit het christelijk onderwijs. Nadat enige feiten uit de voorgeschiedenis van deze school de revue zijn gepasseerd, is het woord aan senator Hendrik Algra. Hij noemt de strijd, die gevoerd moest worden om deze 283ste christelijke school in Frylân te stichten, een verlengstuk van de schoolstrijd die een eeuw geleden mensen van dezelfde beginselen verenigde.
In die schoolstrijd is in Fryslân de IJlster houthandelaar Walle Melis Oppedijk (1834-1893) lang een eenzame en vooraanstaande figuur geweest. In 1866 houdt hij als enig Statenlid van rechts een pleidooi voor de christelijke school. In 1878 overhandigt hij koning Willem III persoonlijk een van de beide portefeuilles met daarin 35.000 handtekeningen uit Fryslân ten gunste van het bijzonder onderwijs.
Ter herinnering aan hem die dertig jaar lang in het voorste gelid stond, zal de nieuwe school de naam Walle Melis Oppedijkschool dragen. En het is een ontroerende gedachte, aldus de heer Algra, dat het gebouw straks zal worden ontsloten door zijn kleinzoon, de burgemeester van Tytsjerksteradiel; Walle Melis Oppedijk van Veen.
De school groeit snel; met ingang van het schooljaar 1959-1960 komt er een derde lokaal bij. De uitbreiding gaat door en op 4 april 1974 wordt zelfs een tweede school aan de Easter Omwei geopend: De Hendrik Algraschool.
Evenals het openbaar basisonderwijs, is ook al het christelijk basisonderwijs tegenwoordig gevestigd in kindcentrum It Boulân.
© HJvB 06-2021