Onderstaande tekst is ook te lezen op:
www.hurdegaryp.nl - knop DORPSBELANGEN en vervolgens de knop Extra info lessenaars.
foto: Harry J. van Borkulo
Geschiedenis van het terrein
Hurdegaryp is waarschijnlijk al in de 13de eeuw of eerder ontstaan. Volgens de Encyclopedie van Fryslân zou de naam betekenen: het harde deel op een smalle landstrook. Het Friese woord voor streek is namelijk gea, en een smalle landstrook is in het Latijn een ripa, of in het Frans een rive.
Het dorp heeft echter niet altijd gelegen waar het nu ligt. Al sinds de 11de en 12de eeuw verhuizen de mensen van de lagere naar de hogere gebieden in Fryslân. Zo ook in Hurdegaryp. Eerst van de zuidoostelijk gelegen Warren en in de 14de eeuw naar de Zomerweg.
Daar waar tegenwoordig de in 1974 aangelegde ijsbaan is gesitueerd, ontstond destijds de voormalige uit kloostermoppen opgetrokken dorpskerk met zadeldak. In het oudst bekende stuk over Hurdegaryp wordt heer Benna in 1401 genoemd als dorpspastoor. Hij woont in het priestershuis ten noorden van de kerk. De kerk wordt in 1580 en 1676 gerestaureerd. Maar door verzakkingen raakt de kerk in verval en kan niet meer als zodanig worden gebruikt.
foto: Harry J. van Borkulo
De vier op bovenstaande foto afgebeelde veldkeien, die op het linker eilandje liggen, markeren de plaats waar de kerk vermoedelijk heeft gestaan.
De Preesterlânswei is het enige wat nog herinnert aan de landerijen van de kerk uit die tijd.
Het dorp schuift verder op naar het noorden. Daar ligt het gebied namelijk ongeveer een meter hoger dan de omgeving op een ondergrond van zand die in tegenstelling tot een veenbodem niet inklinkt. In 1600 is daar al sprake van een buurtje. In 1711 wordt daar ook de hedendaagse kerk gebouwd (Rijksstraatweg 54). Tijdens de bouw van die kerk is een aantal grafstenen uit de oude kerk overgebracht. Het betreft het grafmonument van het echtpaar Wolphaert en Ida van Lezaen. Dit ligt in het liturgisch centrum en is rondom versierd met vele familiewapens. Helaas wordt de steen, tijdens de Franse overheersing, verschrikkelijk vernield. Alle beeltenissen van de familiewapens worden met beitels verwijderd. De grote monumentale grafsteen van hun ongehuwde en kinderloze kleinzoon jonkheer Watze (Valerius) van Roorda is in het voorportaal van de huidige kerk geplaatst. Deze Watze is na de dood van zijn ouders eigenaar en bewoner van het Galeslot. In die tijd mogelijk Roorda State genoemd. Watze laat ook de familiebank in de oude kerk plaatsen. Zo koopt hij zijn vaste plek in de kerk. Deze herenbank met overhuiving met familiewapen die rond 1668 is gemaakt, is in 1711 ook verplaatst naar de huidige kerk.
Koopmansbosje
Mr. Horatius Albarda, notaris te Leeuwarden, bezit eind 19de eeuw een stuk land in het gebied De Warren onder Hurdegaryp. Zijn 6 kinderen zijn tevens elk voor 1/12 deel eigenaar. In 1880 laat hij op dit eigendom een boerderij bouwen (Zomerweg 36). Na de dood van de notaris, volgt in 1905 een scheiding in het bezit. Zoon Ferdinand Marius wordt de nieuwe eigenaar. Hij is burgemeester, eerst in Ten Boer, later in Zuidlaren. Ferdinand laat de boerderij in 1912 uitbreiden met koe-, paarden- en varkensstallen. Het bekende raadslid en paardenfokker Kornelis Geerts van der Veen is dan de huurder/bewoner en hij vraagt namens Albarda de bouwvergunning aan. Deze aanvraag vermeldt "buithuizen vertimmeren." Bouwmeester is B.J. Gros te Leeuwarden.
Mr. Albarda bezit eind 19de eeuw ook grond, tussen de Zomerweg en de Burgumerfeanster Feart in de buurt van Hurdegaryp. Het betreft een perceel hooiland van ruim 5 ha. In 1894 volgt de scheiding in twee nieuwe percelen hooiland. Om de percelen droog te houden wordt een watermolen gebouwd. Na de dood van de notaris wordt zijn zoon Ferdinand eigenaar.
Volgens het "Huurcontract" getekend in november 1921 ten kantore van notaris Nanne Ottema te Leeuwarden, worden de Sate en Landen aan den Zomerweg onder Hardegarijp (thans nummer 36) voor de periode 1922-1927 voor een jaarlijkse huurprijs van 5890 guldens verhuurd aan Jitze Kornelis van der Veen. Hiertoe behoren ook bovenstaande percelen. Albarda is dan zonder beroep en woont in Soesterberg. Na 1927 wordt een nieuwe huurperiode overeengekomen. Jitze wordt op 31 augustus 1930 op zijn eigen erf doodgestoken door Gosse Douma, een 30 jarige stratenmaker uit Hurdegaryp. Hij wordt door de rechtbank te Leeuwarden wegens doodslag veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.
Omstreeks 1934 verkoopt Albarda de sate en landerijen aan Koopmans Meelfabrieken N.V. te Leeuwarden. De weduwe van Jitze van der Veen, Dieuwke Pieters van der Veen-Nieuwenhuis, huurt dan De Sate en Landen aan den Zomerweg onder Hardegarijp voor de periode 1935-1936, van Koopmans. In een later stadium wordt zij eigenaar van de boerderij en een deel van de landerijen.
De agrarische bestemming weiland van de percelen hooiland tussen de Zomerweg en de Burgumerfeanster Feart wordt geen succes. Ze zijn blijkbaar aan de natte kant want in 1945 wordt een deel op last van de fabriek drooggelegd. Vervolgens wordt de bestemming weiland. Langzamerhand groeit een deel grotendeels dicht met hakhout. Vervolgens krijgt het perceel dan ook de aanduiding "weiland, bos" met een oppervlakte van ruim 3,5 ha. Het perceel wordt sindsdien Koopmansbosje genoemd. Deze naam verwijst naar de toenmalige eigenaar. Een kleiner gedeelte van het perceel blijft weiland. Dit wordt ook aangeduid als "groen land".
In het begin van de jaren zestig wil de gemeente een zuiveringsinstallatie voor Hurdegaryp realiseren. Hiervoor is een gedeelte van het perceel hakhout nodig. Voor het behoud van het resterend bosje wil de gemeente het gehele perceel kopen. Vervolgens wordt een ruil met Koopmans overeengekomen, waarbij de gemeente het bosperceel in eigendom krijgt in ruil voor een perceel weiland te Noardburgum.
Een zuiveringsinstallatie komt er niet. In de beginjaren zeventig krijgt het bosje een meer recreatieve bestemming. Gemeentewerken ontwikkelt een plan voor het aanleggen van een ijsbaan met verlichting in en rondom het Koopmansbosje. De oude ijsbaan, gelegen naast en achter Café Spoorzicht op de percelen weiland genaamd de Lytse en de Grutte Bolle, moet in 1972 wijken voor de uitvoering van de nieuwbouwwijk Rietlandsvaart. De daarin gelegen straatnaam De Bolle verwijst hiernaar.
Het Koopmansbosje wordt in 1974 omgevormd tot een ijsbaan alsmede waterpark met twee door bruggen verbonden eilandjes en wandelpaden rondom. De afmeting van de zuidzijde van de waterpartij wordt zodanig ingericht dat er een officiële kortebaan schaatswegstrijd wedstrijd kan worden georganiseerd. De noordzijde (de zijde van de huidige sportvelden) wordt gevormd door een deel van de Burgumerfeanster Feart te benutten.
1978 - schoolkampioenschappen jeugd Hurdegaryp foto: Harry J. van Borkulo
Zomerweg 36
foto: Harry J. van Borkulo
Mr. Horatius Albarda, notaris te Leeuwarden, bezit eind 19de eeuw een stuk land in het gebied De Warren te Hurdegaryp. Zijn 6 kinderen zijn tevens elk voor 1/12 deel eigenaar. In 1880 laat Albarda op dit eigendom een boerderij bouwen.
In 1905 volgt een scheiding in het bezit. Zoon Ferdinand Marius wordt de nieuwe eigenaar. Hij is burgemeester, eerst in Ten Boer, later in Zuidlaren. Na zijn werkzame leven woont hij te Soesterberg. Ferdinand laat de boerderij in 1912 aanmerkelijk uitbreiden. Dit betreft een uitbreiding met koe- paarden- en varkensstallen. Het bekende raadslid en paardenfokker Kornelis Geerts van der Veen is de huurder/bewoner en hij vraagt namens Albarda de bouwvergunning aan. De aanvraag vermeldt "buithuizen vertimmeren". Bouwmeester is B.J. Gros te Leeuwarden.
Vanaf 1 juni 1915 pacht de zoon van K.G. van der Veen (1855-1936) en Jacobje Jitses van der Heide (1857-1923) de boerderij van Albarda. Deze Jitze Kornelis van der Veen (1891-1930) is gehuwd met Dieuwke Pieters Nieuwenhuis (1894-1953). Het echtpaar heeft 2 kinderen, Taetsche (1916-2003) en Jacoba (1923-2016). Jitze is een bekend veehouder en paardenfokker en eigenaar-beheerder van de renstal Van der Veen. Daarnaast is hij lid van de harddraverijcommissie te Hardegarijp en lid van het bestuur van de Harddraverijen en Renvereeniging Bergum en omstreken te Hardegarijp.
In 1930 slaat het noodlot toe. Op zondagavond 31 augustus wordt Jitze, thuisgekomen van een draverij te Scheemda, op 38 jarige leeftijd op zijn eigen erf met een mes doodgestoken door Gosse Douma, een 30 jarige stratenmaker uit Hurdegaryp. Hij wordt wegens doodslag veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.
Het jaar daarop brandt de boerderij door hooibroei tot de grond toe af.
In 1931 richt Ferdinand Albarda een verzoek tot de gemeente om de boerderij te mogen herbouwen. Op 24 augustus wordt door de gemeente bouwvergunning verleend en kan men beginnen met de bouw van de huidige boerderij. Architect is J.H. Gros te Leeuwarden.
Omstreeks 1934 verkoopt Albarda de sate en landerijen aan Koopmans Meelfabrieken N.V. te Leeuwarden. De weduwe Dieuwke Pieters van der Veen-Nieuwenhuis huurt de sate en landerijen vervolgens voor de periode 1935-1936 van Koopmans. In een later stadium komen de boerderij en een deel van de landerijen in haar bezit.
Hoofdbewoners van de boerderij vanaf 1914 tot de brand in 1931
tot mei 1915 | Kornelis Geerts van der Veen | |
1915 - 1930 | Jitze Kornelis van der Veen | |
1930 - 1931 | weduwe Dieuwke Pieters van der Veen-Nieuwenhuis |
Hoofdbewoners nieuw gebouwde en huidige boerderij
1931 - 1953 | weduwe Dieuwke Pieters van der Veen-Nieuwenhuis | |
1953 - 1978 | Douwe de Vries, knecht sinds 17-06-1945 en gehuwd met Jacoba (Jap) van der Veen | |
1978 - 1986 | Jitze de Vries | |
1986 - 1995 | Lolle Postma | |
1995 - heden | Djurre Thomas Postma |
© HJvB 06-2021